Thematafel: Werken volgens de bedoeling, weg van het systeemdenken

André Rhebergen en Inge van Etten hebben een thematafel geleid over het “Werken volgens de bedoeling”. Deze werkwijze is belangrijk in de zorg, voor ouderinitiatieven en beschreven in het boek Verdraaide organisaties, door Wouter Hart. Een centrale vraag is: “Doe je iets omdat het moet (volgens het protocol) of omdat het de bedoeling is?”

Aan de thematafel werden verschillende inspiraties opgedaan. Zo is werken volgens de bedoeling ook belangrijk in het licht van de vraag: Wat als wij er niet meer zijn? Het praten over en doorgeven van de bedoeling van zorg is in dat kader ook belangrijk richting de volgende generatie in het bestuur, dit zal namelijk zorgen voor betere continuïteit dan het doorgeven van een set regels en afspraken.

Een concreet voorbeeld dat over het werken volgens de bedoeling aan de orde kwam vanuit de ideeën van ouders, is de manier waarop er omgegaan wordt met eten. Je kunt je bemoeien met wat er elke dag moet worden gegeten, je kunt ook zeggen dat er gezond gegeten moet worden en de invulling daarvan overlaten aan de medewerkers en bewoners.

Een ander concrete uitwerking is het gesprek dat je met elkaar kunt voeren over huisregels. Welke huisregels zijn noodzakelijk? Huisregels functioneren binnen het werken volgens de bedoeling eigenlijk meer als kaders, van waaruit het team zijn invulling geeft.
Op zoek naar meer gespreksvragen? 

Om te kunnen werken volgens de bedoeling is onderling vertrouwen noodzakelijk, zowel in de oudergroep als in het team.  Als er een ouder in het ouderinitiatief zit die alleen maar vanuit wantrouwen reageert, gaat het niet werken. Wat je dan ook doet, degene die vanuit wantrouwen denkt zal net zolang zoeken en interpreteren tot het wantrouwen wordt bevestigd. Als er geen wederzijds vertrouwen is over de bedoeling, is er ook geen solidariteit mogelijk en betekent dit vroeg of laat het einde van het ouderinitiatief.
Onderling vertrouwen binnen het team is belangrijk, omdat de professional aan zijn collega’s uit moet kunnen leggen welke beslissingen hij of zij genomen heeft en vanwege welke redenen, zonder daarop afgerekend te worden.